Bieke Roose
Vuur uit de zee
Gewone prijs
€25,00
BTW inbegrepen
In ‘Vuur uit de zee’ volgen we drie generaties lang het leven in de portus Ganda, aan de samenvloeiing van Leie en Schelde.
Het boek tekent een landschap waar de rivieren nog de baas zijn, de bossen talrijk en het westen van het land onderhevig is aan de grillen van de zee. Het verhaal is een eerbetoon aan de moed en kennis van onze voorouders. Het gaat over een vroeg Europa, waar oorlog en vrede, handel en kennis over de grenzen heen een nieuwe wereld scheppen.
We zijn er getuige van hoe Karel de Grote in 811 naar ‘Gand’ komt en de Sint Baafsabdij en de eenvoudige scheepsbouwer Hincmar de opdracht geeft een militaire vloot te bouwen. Karel wil deze uithoek van zijn rijk beschermen tegen de aanvallen van Deense Vikingen. Eerder waren Engeland en Friesland geplunderd en het gebied, dat later de pagus Flandrensis(Vlaanderen) zou worden, lag als een gemakkelijke prooi open voor verovering.
Karel brengt zijn biograaf en vriend Einhard mee en laat die achter in Gand als lekeabt en afgezant van het Frankische hof. Ook Halfdan, een Deense banneling, blijft in Gand. Hij zal de mensen van de portus leren om schepen te bouwen zoals de Vikingen dat kunnen. De aanwezigheid van de Deen, hoewel vredelievend, schokt Hincmar, maar zijn zoon Lothar sluit al snel vriendschap en stelt zich open voor een nieuwe wereld aan kennis. Later volgt hij Halfdan tot in Durastad (Dorestad) in het noorden en blijft daar tot de Vikingen ook daar de vrede breken.
Lothars zoon Ludo is de derde generatie die het verhaal van een beginnend Vlaanderen meemaakt. Tijdens zijn leven speelt hij een cruciale rol in het leven van de jonge Baldwin (Boudewijn) die als eerste graaf zijn gebieden verdedigt tegen de brutale aanvallen vanuit de zee. In elke generatie spelen sterke vrouwen hun rol. Van de gulle Frankische Chidela, de felle Deense Gyda tot de befaamde Judith, moeder van Baldwin de tweede.
Bieke Roose studeerde geschiedenis en werkte als leerkracht geschiedenis. Ze publiceerde eerder ‘Steen’, een historische roman over de bouw van de Sint-Niklaaskerk, in het dertiende-eeuwse Gent.
Het boek tekent een landschap waar de rivieren nog de baas zijn, de bossen talrijk en het westen van het land onderhevig is aan de grillen van de zee. Het verhaal is een eerbetoon aan de moed en kennis van onze voorouders. Het gaat over een vroeg Europa, waar oorlog en vrede, handel en kennis over de grenzen heen een nieuwe wereld scheppen.
We zijn er getuige van hoe Karel de Grote in 811 naar ‘Gand’ komt en de Sint Baafsabdij en de eenvoudige scheepsbouwer Hincmar de opdracht geeft een militaire vloot te bouwen. Karel wil deze uithoek van zijn rijk beschermen tegen de aanvallen van Deense Vikingen. Eerder waren Engeland en Friesland geplunderd en het gebied, dat later de pagus Flandrensis(Vlaanderen) zou worden, lag als een gemakkelijke prooi open voor verovering.
Karel brengt zijn biograaf en vriend Einhard mee en laat die achter in Gand als lekeabt en afgezant van het Frankische hof. Ook Halfdan, een Deense banneling, blijft in Gand. Hij zal de mensen van de portus leren om schepen te bouwen zoals de Vikingen dat kunnen. De aanwezigheid van de Deen, hoewel vredelievend, schokt Hincmar, maar zijn zoon Lothar sluit al snel vriendschap en stelt zich open voor een nieuwe wereld aan kennis. Later volgt hij Halfdan tot in Durastad (Dorestad) in het noorden en blijft daar tot de Vikingen ook daar de vrede breken.
Lothars zoon Ludo is de derde generatie die het verhaal van een beginnend Vlaanderen meemaakt. Tijdens zijn leven speelt hij een cruciale rol in het leven van de jonge Baldwin (Boudewijn) die als eerste graaf zijn gebieden verdedigt tegen de brutale aanvallen vanuit de zee. In elke generatie spelen sterke vrouwen hun rol. Van de gulle Frankische Chidela, de felle Deense Gyda tot de befaamde Judith, moeder van Baldwin de tweede.
Bieke Roose studeerde geschiedenis en werkte als leerkracht geschiedenis. Ze publiceerde eerder ‘Steen’, een historische roman over de bouw van de Sint-Niklaaskerk, in het dertiende-eeuwse Gent.